Ziekte van Carré
De ziekte van Carré, ook wel hondenziekte genoemd, is een ernstige virale infectie. We zien het meestal bij jonge honden. Er is geen echte behandeling tegen deze ziekte, maar de vaccinatie geeft een goede bescherming.
Symptomen
Binnen 1 à 2 weken na infectie zien we de eerste symptomen: lusteloosheid, minder eetlust en koorts. Vervolgens treden klachten van de luchtwegen op de voorgrond, met name hoesten, niezen, snotterige neusuitvloeiing. Daarnaast diarree en braken. Bij ernstige besmetting zien we ook huidproblemen (puistjes, verdikking van de neusspiegel en voetzolen), toevallen en zelfs blindheid.
Hoe krijgt mijn hond de ziekte?
Hondenziekte is zeer besmettelijk. Het wordt overgebracht via hoesten, niezen, proesten, direct en indirect contact. Het virus is ook aanwezig in ontlasting en urine. Dieren kunnen tot 4 maanden na besmetting het virus uitscheiden. Als het dier geen klachten heeft, is de hoeveelheid uitgescheiden virussen meestal laag.
Dieren met geringe of milde klachten zijn vaak de oorzaak van het introduceren van de problemen in asiels.
Hoe stelt de dierenarts de diagnose?
Op basis van alleen de symptomen kan de diagnose niet gesteld worden. Ziekten als kennelhoest kunnen vergelijkbare luchtwegproblemen geven. Ook maag-darmklachten kunnen verschillende oorzaken hebben.
Als deze klachten gepaard gaan met, of gevolgd worden door genoemde huid-, neurologische- en oogklachten is Hondenziekte wel waarschijnlijk.
Met routine bloedonderzoek kan de ziekte niet worden aangetoond. Vaak is er sprake van een verlaagd aantal witte bloedcellen (lymfocyten) en bloedplaatjes, maar dit kan ook wijzen op een andere aandoening
Er bestaat geen snelle in-huis test.
De diagnose kan worden gesteld door een PCR test of een immunofluorescentietest van oog- of neusuitvloeiing of met een antilichamentest. Tests kunnen vals-negatief zijn, maar (na vaccinatie) ook vals-positief zijn. De uitslag van deze testen laat meestal enkele dagen op zich wachten
Is er een behandeling voor de ziekte van Carré?
Nee, er zijn geen medicijnen tegen de ziekte, daar het een virusinfectie is. De behandeling bestaat uit ondersteuning in de vorm van infusen, antibraakmiddelen en antibiotica om secundaire bacteriële besmetting te voorkomen of te bestrijden.
Wordt mijn zieke hond beter?
Dit hangt van de ernst van de klachten en de leeftijd en weerstand van de hond af. Jonge niet gevaccineerde dieren hebben een veel slechtere prognose dan oudere niet gevaccineerde dieren. Het risico op overlijden varieert dus enorm, van 20 tot 50% van de aangetaste dieren.
Hoe kan ik voorkomen dat mijn hond deze ziekte krijgt?
Goed vaccinatiebeleid is een goede en de enige bescherming tegen hondenziekte. Pups van een goed gevaccineerde teef hebben tot een week of 5 antilichamen tegen hondenziekte via de moedermelk gekregen, daarna loopt deze bescherming bij de meeste pups rap af en dienen zij zelf gevaccineerd te worden. Dit gebeurt meestal op 6, 9 en 12 weken oud. De vaccinatie dient rond de leeftijd van een jaar herhaald te worden, waarna zij ongeveer 3 jaar bescherming biedt.
Is het gevaarlijk voor de mens?
Hondenziekte is niet gevaarlijk voor de mens of voor de kat. Onderzoek heeft geen relatie kunnen aantonen tussen multipele sclerose en hondenziekte
Advies
Zorg dat uw hond goed gevaccineerd is. Besmette of verdachte dieren altijd isoleren en de dierenarts raadplegen.